zaterdag 22 maart 2008

SAGANET Seminar 'Gaming & Beleid'

Op 20 maart 2008 jl. vond in het bedrijvencentrum Vondelparc te Utrecht, het SAGANET Seminar ‘Gaming voor Beleid’ plaats.

Voorafgaand aan het seminar kwam de werkgroep Gaming & Onderwijs samen, zie hierover ook mijn blogbericht van 15 februari. Hoewel maar liefst 25 SAGANET leden zich voor de werkgroep hebben aangemeld, bleek het merendeel van hen helaas niet in staat vandaag acte de présence te geven.
Nadat Nikola Pavloff de aanwezigen bij elkaar had geroepen, bleek gelukkig al snel dat het enthousiasme onder het selecte gezelschap er niet minder om was.
De belangrijkste doelstelling van de werkgroep is dat wij verschillende werelden, gerelateerd aan Gaming & Onderwijs, bij elkaar willen gaan brengen. Wij hebben hier een bijzonder interessant ‘podium’ voor in gedachte, maar gezien de premature fase van onze plannen wil ik het er voor nu even bij houden.

Geit + Schaap = Lama

Na de lunch heette Lennart Quispel ons welkom en opende het seminar.
De eerste presentatie werd verzorgd door Kirsten de Ries van het IVA, een onderzoeksinstituut gericht op beleidsonderzoek en advies, gelieerd aan de Universiteit van Tilburg.
Kirsten lichtte de (niet digitale) Lama-game toe.

Deze game heeft als doel bewustwording te creëren over de keuze tussen twee verschillende systemen voor registratie en identificatie van geiten en schapen. Deze dieren zijn in het spel door Lama’s vervangen, rede hiervoor is de grote kennis over deze dieren bij de voornaamste doelgroep van het spel; (hobby)boeren. Het belangrijkste verschil tussen de systemen, CIR (ontwikkeld vanuit Ministerie) en CAR (ontwikkeld vanuit de sector), is dat in CIR ook de individuele dieren worden benoemd, terwijl in CAR alleen aantallen dieren worden vermeld. Hoewel CIR hierdoor enigszins bewerkelijker voor de boeren is, voorkomt het systeem veel ellende ten tijde van crisissen waarin geïnfecteerde dieren snel moeten worden kunnen opgespoord.

Alle betrokkenen van de sector waren het er unaniem over eens dat CIR de voorkeur genoot boven CAR. Een prachtig voorbeeld dat illustreert hoe een game kan bijdragen aan bewustwording en draagvlak. De keuze voor het systeem kon hierdoor gemaakt worden, voordat het technisch al bestond. Bovendien zagen de boeren de meerwaarde van het spelen van het spel ten opzichte van het alleen maar bijwonen van informatie avonden.

Game of Simulatie?
Hierna was het woord aan drie studenten Bedrijfswiskunde van Hogeschool van Amsterdam. Zij deelden hun ideeën met ons over het maken van een game met als doel inzicht te verwerven in de complexiteit van het maken van schoolroosters. Denk hierbij aan aantallen beschikbare lokalen, tijdstippen, aantal leerlingen, beschikbare docenten etc. In de discussie die volgde, passeerde diverse game elementen als tijdslimiet, levels, scenario’s en score de revue. Nikola opperde het voorstel om de game in een andere context te plaatsen, door de speler uit te dagen om het WK voetbal te organiseren.



Opmerkelijk genoeg spraken de studenten hun voorkeur uit om toch in de context van het rooster te blijven, om zo recht te doen aan de praktijk. Hierdoor is in dit voorbeeld sprake van een gesimuleerde werkelijkheid en dus van een simulatie. Het gebruik van de term game is in deze situatie ongepast.



De ‘speler’ wordt een vlucht uit de werkelijkheid onthouden en dat vind ik jammer. Waar het in dit voorbeeld om gaat is dat je de speler zich bewust laat worden van de complexiteit van het ‘rooster mechanisme’.
Door er een game van te maken over bijvoorbeeld het organiseren van het WK kun je iets (oer)saais, spannender en dus leuker maken, één van de essenties van game-based learning / serious gaming…

CO2 – Weg ermee!
Tot slot was het woord aan Rens Kortmann van CE Delft. CE Delft is een onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau voor milieubeleid en strategie, gespecialiseerd in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen van milieuvraagstukken. Kenmerken van deze oplossingen zijn: beleidsmatig, haalbaar, technisch onderbouwd, economisch verstandig en maatschappelijk rechtvaardig. Rens liet ons beleven hoe een simulatie hierbij kan helpen. In groepjes namen wij plaats achter een aantal laptops. Waarna wij als stroom –en gasleveranciers tegen elkaar de strijd om de consument, of was het toch de CO2 uitstoot reductie, aangingen.

In een boeiende simulatie waarin maanden en jaren verstreken, werden wij geconfronteerd met de resultaten van ons handelen in emissierechten. Na ieder jaar legde Rens het spel even stil om samen ons middels een met een beamer gepresenteerd overzichtsscherm, onze gezamenlijke vorderingen te bespreken.



Het groepje waar ik deel van uitmaakte (The Big 5) won, uiteraard ;-). Alleen vraag ik mij af of deze overwinning, mede gezien de missie van CE Delft, wel zo terecht was. Want naast het hoogste marktaandeel en de meeste winst, bleken wij ook de grootste vervuilers…

CE Delft zet de simulatie ‘in het echt’ in, om bijvoorbeeld vertegenwoordigers van het Ministerie van VROM, Eneco, Nuon en milieugroeperingen marktmechanismen en inzichten over complicaties van CO2 reductie bij te brengen. Energiebedrijven vinden het maar niks, terwijl milieubewegingen er mee weg lopen. Zou zelfs de gesimuleerde waarheid te hard zijn voor deze energieboeren?

Een prachtig voorbeeld van hoe een simulatie, beleid kan ondersteunen!